Dichter (Neede 22 maart 1627 - Zwolle december 1673)
Als gereformeerd piëtist (zie
piëtisme) was hij predikant in Eibergen (1653-1672). Hij schreef geestelijke liederen die hij na de kerkdiensten met zijn gemeenteleden oefende. Het was zijn doel daarmee de wereldse liedjes te verdrijven.
Zijn liedbundel Eibergsche Sang-Lust (1680) gaf hij aan ieder gezin van zijn gemeente cadeau. Een bijeffect hiervan was dat in de Achterhoek het analfabetisme eerder overwonnen was dan in andere Nederlandse dialectstreken. Bij de dood van zijn vrouw in 1664 schreef hij
Doots-echtscheydinge, waarin hij zichzelf met een anagram op zijn naam Wilhelmus Sluterius voorhield:
Heer, sus lust mi u will.
In de achttiende eeuw was zijn werk zeer populair. Vanwege het eenvoudige, didactische taalgebruik werd hij wel 'de Gelderse Cats' genoemd. Het rampjaar 1672 verdreef hem uit Eibergen. Hij stierf voordat hij naar zijn nieuwe predikantsplaats Rouveen kon verhuizen. Een andere Willem Sluiter, zijn kleinzoon, zou daar van 1723 tot 1776 wel predikant zijn.
Auteur: Hans Werkman uit: G. Harinck e.a. (red.),
Christelijke Encyclopedie (Kampen 2005)
Informatie op internet: Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letterkunde